Vul hierboven je naam in. Schrijf voor de vragen 1-7 (1 punt/vraag) de letter van het juiste antwoord onder het nummer van de vraag in bovenstaand rooster. Er is geen giscorrectie. Bij vragen 8-11 schrijf je het antwoord in de kaders bij de vraag. 1. In auditorium A wordt aan een verticale veer met rustlengte 18 cm een massa van 0,500 kg bevestigd. Hierdoor wordt de veer over een afstand van 24,5 cm uitgerekt. Vanuit deze evenwichtsstand wordt de massa vervolgens 5 cm naar beneden getrokken en losgelaten. Bepaal de relatieve grootte van de kinetische energie K, de gravitationele potentiele energie Ugrav en de elastische potentiele energie Ue\ op het ogenblik dat de massa zich 2 cm boven de evenwichtsstand bevindt. Stel Ugrav = 0 in de evenwichtsstand. A. K/Ugrav/Uei = 1 74,7/0,2 B. K/Ugrav/t/el = 1 /4,7/24 C. K/Ugrav/Uei = 1 /0,5/0,5 D. K/Ugrav/Ue\ = 1 /8.1 /8,1 E. K/L/grav/0/ei = 1 /3,2/8,1 F. K/Ugrav/Ue] = 1 /0,2 / 1